DSV_Strongs(i)
19
H3789 H8798
En nu, schrijft
H7892
ulieden dit lied
H3925 H8761
, en leert
H1121
het den kinderen
H3478
Israels
H7760 H8798
; legt
H6310
het in hun mond
H7892
; opdat dit lied
H5707
Mij ten getuige
H1121
zij tegen de kinderen
H3478
Israels.
20
H935 H8686
Want Ik zal dit [volk] inbrengen
H127
in het land
H1
, dat Ik zijn vaderen
H7650 H8738
gezworen heb
H2100 H8802
, vloeiende
H2461
van melk
H1706
en honig
H398 H8804
, en het zal eten
H7646 H8804
, en verzadigd
H1878 H8804
, en vet worden
H6437 H8804
; dan zal het zich wenden
H312
tot andere
H430
goden
H5647 H8804
, en hen dienen
H5006 H8765
, en zij zullen Mij tergen
H1285
, en Mijn verbond
H6565 H8689
vernietigen.
21
H7227
En het zal geschieden, wanneer vele
H7451
kwaden
H6869
en benauwdheden
H4672 H8799
hetzelve zullen treffen
H7892
, dan zal dit lied
H6440
voor zijn aangezicht
H6030 H8804
antwoorden
H5707
tot getuige
H6310
; want het zal uit den mond
H2233
zijns zaads
H7911 H8735
niet vergeten worden
H3045 H8804
; dewijl Ik weet
H3336
zijn gedichtsel
H3117
dat het heden
H6213 H8802
maakt
H935 H8686
, aleer Ik het inbreng
H776
in het land
H7650 H8738
, dat Ik gezworen heb.