DSV_Strongs(i)
16
H1121 H120
En ziet, [Een], den mensenkinderen
H1823
gelijk
H5060 H8802
, raakte
H8193
mijn lippen
H6605 H0
aan, toen deed ik
H6310
mijn mond
H6605 H8799
open
H1696 H8762
, en ik sprak
H559 H8799
, en zeide
H5975 H8802
tot Dien, Die tegenover mij stond
H113
: Mijn Heere
H4759
! om des gezichts
H2015 H8738
wil keren zich
H6735
mijn weeen
H3581
over mij, zodat ik geen kracht
H6113 H8804
behoude.
17
H1963
En hoe
H3201 H8799
kan
H5650
de knecht
H113
van dezen mijn Heere
H1696 H8763
spreken
H113
met dien mijn Heere
H6258
? Want wat mij aangaat, van nu
H5975 H8799
af bestaat
H3581
geen kracht
H5397
in mij, en geen adem
H7604 H8738
is in mij overgebleven.
18
H5060 H0
Toen raakte
H3254 H8686
mij wederom
H5060 H8799
aan
H4758
Een, als [in] de gedaante
H120
van een mens
H2388 H8762
; en Hij versterkte mij.
19
H559 H8799
En Hij zeide
H3372 H8799
: Vrees
H2532
niet, gij zeer gewenste
H376
man
H7965
! vrede
H2388 H8798
zij u, wees sterk
H2388 H8798
, ja, wees sterk
H1696 H8763
! En terwijl Hij met mij sprak
H2388 H8694
, werd ik versterkt
H559 H8799
, en zeide
H113
: Mijn Heere
H1696 H8762
spreke
H2388 H8765
, want Gij hebt mij versterkt.