DSV_Strongs(i)
14
H1571
Ook
H7235 H0
maakten
H3605
alle
H8269
oversten
H3548
der priesteren
H5971
, en het volk
H4603 H8800
, der overtredingen
H4604
zeer
H7235 H8689
veel
H3605
, naar alle
H8441
gruwelen
H1471
der heidenen
H2930 H8762
; en zij verontreinigden
H1004
het huis
H3068
des HEEREN
H834
, dat
H6942 H8689
Hij geheiligd had
H3389
te Jeruzalem.
15
H3068
En de HEERE
H430
, de God
H1
hunner vaderen
H7971 H8799
, zond
H5921
tot
H3027
hen, door de hand
H4397
Zijner boden
H7925 H8687
, vroeg op zijnde
H7971 H8800
, om [die] te zenden
H3588
; want
H2550 H8804 H5921
Hij verschoonde
H5971
Zijn volk
H5921
en
H4583
Zijn woning.
16
H1961 H8799 H3931 H8688
Maar zij spotten
H4397
met de boden
H430
Gods
H959 H8802
, en verachtten
H1697
Zijn woorden
H8591 H8700
; zij verleidden zichzelven
H5030
tegen Zijn profeten
H5704
; totdat
H2534
de grimmigheid
H3068
des HEEREN
H5971
tegen Zijn volk
H5927 H8800
opging
H5704
, dat
H369 H0
er geen
H4832
helen
H369
aan was.
17
H5921
Want Hij deed tegen
H5927 H8686
hen opkomen
H4428
den koning
H3778
der Chaldeen
H970
, die hun jongelingen
H2719
met het zwaard
H1004
in het huis
H4720
huns heiligdoms
H2026 H8799
doodde
H2550 H8804 H5921
, en hij verschoonde
H970
de jongelingen
H3808
niet
H1330
, noch de maagden
H2205
, de ouden
H3486
noch de stokouden
H5414 H8804
; Hij gaf
H3605
hen allen
H3027
in zijn hand.