1 Kings 2:5-9

DSV_Strongs(i)
  5 H3045 H8804 Zo weet H859 gij H1571 ook H834 , wat H3097 Joab H1121 , de zoon H6870 van Zeruja H6213 H8804 , mij gedaan heeft H834 , [en] wat H6213 H8804 hij gedaan heeft H8147 aan de twee H8269 H6635 krijgsoversten H3478 van Israel H74 , Abner H1121 , den zoon H5369 van Ner H6021 , en Amasa H1121 , den zoon H3500 van Jether H2026 H8799 , dien hij gedood heeft H1818 H4421 , en heeft krijgsbloed H7760 H8799 vergoten H7965 in vrede H1818 H4421 ; en hij heeft krijgsbloed H5414 H8799 gedaan H2290 aan zijn gordel H834 , die H4975 aan zijn lendenen H5275 was, en aan zijn schoenen H834 , die H7272 aan zijn voeten waren.
  6 H6213 H8804 Doe H2451 dan naar uw wijsheid H7872 , dat gij zijn grauwe haar H3808 niet H7965 met vrede H7585 in het graf H3381 H8686 laat dalen.
  7 H1121 Maar aan de zonen H1271 van Barzillai H1569 , den Gileadiet H2617 , zult gij weldadigheid H6213 H8799 bewijzen H1961 H8804 , en zij zullen zijn H7979 onder degenen, die aan uw tafel H398 H8802 eten H3588 ; want H3651 alzo H7126 H8804 naderden zij H413 tot H1272 H8800 mij, als ik vluchtte H4480 voor H6440 het aangezicht H251 van uw broeder H53 Absalom.
  8 H2009 En zie H5973 , bij H8096 u is Simei H1121 , de zoon H1617 van Gera H1145 , de zoon van Jemini H980 , uit Bahurim H1931 , die H7043 H8765 mij vloekte H4834 H8737 met een geweldige H7045 vloek H3117 , ten dage H3212 H8800 als ik ging H4266 naar Mahanaim H1931 ; doch hij H3381 H8804 kwam af H7125 H8800 mij tegemoet H3383 aan de Jordaan H7650 H8735 , en ik zwoer H3068 hem bij den HEERE H559 H8800 , zeggende H518 : Zo H2719 ik hem met het zwaard H4191 H8686 dode!
  9 H6258 Maar nu H5352 H0 , houd H408 hem niet H5352 H8762 onschuldig H3588 , dewijl H859 gij H2450 een wijs H376 man H3045 H8804 zijt; en gij zult weten H834 , wat H6213 H8799 gij hem doen zult H7872 , opdat gij zijn grauwe haar H1818 met bloed H7585 in het graf H3381 H8689 doet dalen.