1 Kings 1

DSV_Strongs(i)
  1 H4428 De koning H1732 David H2204 H8804 nu was oud H935 H8804 H3117 , wel bedaagd H3680 H8762 ; en zij dekten H899 hem met klederen H3179 H0 , doch hij kreeg H3808 gene H3179 H8799 warmte.
  2 H559 H8799 Toen zeiden H5650 zijn knechten H113 tot hem: Laat ze mijn heer H4428 den koning H5291 een jonge H1330 dochter H1245 H8762 , een maagd zoeken H6440 , die voor het aangezicht H4428 des konings H5975 H8804 sta H1961 H8799 H5532 H8802 , en hem koestere H7901 H8804 ; en zij slape H2436 in uw schoot H113 , dat mijn heer H4428 de koning H2552 H8804 warm worde.
  3 H1245 H8762 Zo zochten zij H3303 een schone H5291 jonge dochter H3605 in alle H1366 landpalen H3478 van Israel H4672 H8799 ; en zij vonden H49 Abisag H7767 , een Sunamietische H935 H8686 , en brachten H853 ze H4428 tot den koning.
  4 H5291 En de jonge dochter H5704 H3966 was bovenmate H3303 schoon H1961 H8799 H5532 H8802 , en koesterde H4428 den koning H8334 H8762 , en diende H4428 hem; doch den koning H3045 H8804 bekende H3808 ze niet.
  5 H138 Adonia H1121 nu, de zoon H2294 van Haggith H4984 H8693 , verhief zich H559 H8800 , zeggende H589 : Ik H4427 H8799 zal koning zijn H6213 H8799 ; en hij bereidde H7393 zich wagenen H6571 en ruiteren H2572 , en vijftig H376 mannen H7323 H8801 , lopende H6440 voor zijn aangezicht.
  6 H1 En zijn vader H3808 had hem niet H6087 H8804 bedroefd H4480 van H3117 zijn dagen H559 H8800 , zeggende H4069 : Waarom H3602 hebt gij alzo H6213 H8804 gedaan H1571 ? En ook H1931 was hij H3966 zeer H2896 schoon H8389 van gedaante H853 , en [Haggith] had hem H3205 H8804 gebaard H310 na H53 Absalom.
  7 H1697 En zijn raadslagen H1961 H8799 waren H5973 met H3097 Joab H1121 , den zoon H6870 van Zeruja H5973 , en met H54 Abjathar H3548 , den priester H5826 H8799 ; die hielpen H310 , volgende H138 Adonia.
  8 H6659 Maar Zadok H3548 , de priester H1141 , en Benaja H1121 , de zoon H3077 van Jojada H5416 , en Nathan H5030 , de profeet H8096 , en Simei H7472 , en Rei H1368 , en de helden H834 , die H1732 David H1961 H8804 had, waren H5973 met H138 Adonia H3808 niet.
  9 H138 En Adonia H2076 H8799 slachtte H6629 schapen H1241 en runderen H4806 , en gemest vee H5973 bij H68 den steen H2120 Zoheleth H834 , die H681 bij H5883 de fontein Rogel H7121 H8799 is; en noodde H3605 al H251 zijn broederen H1121 , de zonen H4428 des konings H3605 , en alle H582 mannen H3063 van Juda H4428 , des konings H5650 knechten.
  10 H5416 Maar Nathan H5030 , den profeet H1141 , en Benaja H1368 , en de helden H8010 , en Salomo H251 , zijn broeder H7121 H8804 , noodde hij H3808 niet.
  11 H559 H8799 Toen sprak H5416 Nathan H413 tot H1339 Bathseba H517 , de moeder H8010 van Salomo H559 H8800 , zeggende H3808 : Hebt gij niet H8085 H8804 gehoord H3588 , dat H138 Adonia H1121 , de zoon H2294 van Haggith H4427 H8804 , koning is H113 ? En onze heer H1732 David H3045 H8804 weet H3808 dat niet.
  12 H6258 Nu dan H3212 H8798 , kom H4994 , laat mij u toch H6098 een raad H3289 H8799 geven H5315 , dat gij uw ziel H5315 en de ziel H1121 van uw zoon H8010 Salomo H4422 H8761 redt.
  13 H3212 H8798 Ga heen H935 H8798 , en treed in H413 tot H4428 den koning H1732 David H559 H8804 , en zeg H413 tot H3808 hem: Hebt gij niet H113 , mijn heer H4428 koning H519 , uw dienstmaagd H7650 H8738 gezworen H559 H8800 , zeggende H3588 : Voorzeker H1121 , uw zoon H8010 Salomo H310 zal na H4427 H8799 mij koning zijn H1931 , en hij H5921 zal op H3678 mijn troon H3427 H8799 zitten H4069 ! Waarom H4427 H0 dan is H138 Adonia H4427 H8804 koning?
  14 H2009 Zie H8033 , als gij daar H5750 nog H5973 met H4428 den koning H1696 H8764 spreken zult H589 , zo zal ik H310 na H935 H8799 u inkomen H1697 , en zal uw woorden H4390 H8765 vervullen.
  15 H1339 En Bathseba H935 H8799 ging in H413 tot H4428 den koning H2315 in de binnenkamer H4428 ; doch de koning H3966 was zeer H2204 H8804 oud H49 , en Abisag H7767 , de Sunamietische H8334 H8764 , diende H4428 den koning.
  16 H1339 En Bathseba H6915 H8799 neigde het hoofd H7812 H8691 en boog zich neder H4428 voor den koning H4428 ; en de koning H559 H8799 zeide H4100 : Wat is u?
  17 H559 H8799 En zij zeide H113 tot hem: Mijn heer H859 ! gij H519 hebt uw dienstmaagd H3068 bij den HEERE H430 , uw God H7650 H8738 , gezworen H3588 : Voorzeker H8010 Salomo H1121 , uw zoon H310 , zal na H4427 H8799 mij koning zijn H1931 , en hij H5921 zal op H3678 mijn troon H3427 H8799 zitten!
  18 H6258 En nu H2009 zie H138 , Adonia H4427 H8804 is koning H6258 ; en nu H113 , mijn heer H4428 koning H3045 H8804 , gij weet H3808 het niet.
  19 H7794 En hij heeft ossen H4806 , en gemest vee H6629 , en schapen H7230 in menigte H2076 H8799 geslacht H7121 H8799 , en genood H3605 al H1121 de zonen H4428 des konings H54 , en Abjathar H3548 , den priester H3097 , en Joab H8269 H6635 , den krijgsoverste H5650 , maar uw knecht H8010 Salomo H3808 heeft hij niet H7121 H8804 genood.
  20 H859 Maar gij H113 , mijn heer H4428 koning H5869 , de ogen H3605 van het ganse H3478 Israel H5921 zijn op H5046 H8687 u, dat gij hun zoudt te kennen geven H4310 , wie H5921 op H3678 den troon H113 van mijn heer H4428 den koning H310 na H3427 H8799 hem zitten zal.
  21 H1961 H8804 Anders zal het geschieden H113 , als mijn heer H4428 de koning H5973 met H1 zijn vaderen H7901 H8800 zal ontslapen zijn H589 , dat ik H1121 en mijn zoon H8010 Salomo H2400 [als] zondaars H1961 H8704 zullen zijn.
  22 H2009 En ziet H1696 H8764 , zij sprak H5750 nog H5973 met H4428 den koning H5030 , als de profeet H5416 Nathan H935 H8804 inkwam.
  23 H5046 H0 En zij gaven H4428 den koning H5046 H8686 te kennen H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H5030 , de profeet H5416 Nathan H935 H8799 is daar; en hij kwam H5921 voor H6440 het aangezicht H4428 des konings H7812 H8691 , en boog zich H4428 voor den koning H639 op zijn aangezicht H776 ter aarde.
  24 H5416 En Nathan H559 H8799 zeide H113 : Mijn heer H4428 koning H859 ! hebt gij H559 H8804 gezegd H138 : Adonia H310 zal na H4427 H8799 mij koning zijn H1931 , en hij H5921 zal op H3678 mijn troon H3427 H8799 zitten?
  25 H3588 Want H3117 hij is heden H3381 H8804 afgegaan H2076 H8799 , en heeft geslacht H7794 ossen H4806 , en gemest vee H6629 , en schapen H7230 in menigte H7121 H8799 , en heeft genood H3605 al H1121 de zonen H4428 des konings H8269 , en de oversten H6635 des heirs H54 , en Abjathar H3548 , den priester H2009 ; en zie H398 H8802 , zij eten H8354 H8802 , en drinken H6440 voor zijn aangezicht H559 H8799 , en zeggen H4428 : De koning H138 Adonia H2421 H8799 leve!
  26 H589 Maar mij H5650 , die uw knecht H6659 ben, en Zadok H3548 , den priester H1141 , en Benaja H1121 , den zoon H3077 van Jojada H8010 , en Salomo H5650 , uw knecht H3808 , heeft hij niet H7121 H8804 genood.
  27 H518   H2088 Is deze H1697 zaak H4480 van H113 mijn heer H4428 den koning H1961 H8738 geschied H5650 ? En hebt gij uw knecht H3808 niet H3045 H8689 bekend gemaakt H4310 , wie H5921 op H3678 den troon H113 van mijn heer H4428 den koning H310 na H3427 H8799 hem zitten zou?
  28 H4428 En de koning H1732 David H6030 H8799 antwoordde H559 H8799 en zeide H7121 H8798 : Roept H1339 mij Bathseba H935 H8799 ; en zij kwam H6440 voor het aangezicht H4428 des konings H5975 H8799 , en stond H6440 voor het aangezicht H4428 des konings.
  29 H7650 H8735 Toen zwoer H4428 de koning H559 H8799 , en zeide H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H834 , die H5315 mijn ziel H4480 uit H3605 allen H6869 nood H6299 H8804 verlost heeft;
  30 H3588 Voorzeker H834 , gelijk als H7650 H8738 ik u gezworen heb H3068 bij den HEERE H430 , den God H3478 Israels H559 H8800 , zeggende H3588 : Voorzeker H1121 zal uw zoon H8010 Salomo H310 na H4427 H8799 mij koning zijn H1931 , en H5921 zal op H3678 mijn troon H8478 in mijn plaats H3427 H8799 zitten H3588 ; voorzeker H3651 , alzo H2088 zal ik te dezen H3117 zelfden dage H6213 H8799 doen.
  31 H6915 H8799 Toen neigde zich H1339 Bathseba H639 met het aangezicht H776 ter aarde H7812 H8691 , en boog zich neder H4428 voor den koning H559 H8799 , en zeide H113 : Mijn heer H4428 de koning H1732 David H2421 H8799 leve H5769 in eeuwigheid!
  32 H4428 En de koning H1732 David H559 H8799 zeide H7121 H8798 : Roep H6659 mij Zadok H3548 , den priester H5416 , en Nathan H5030 , den profeet H1141 , en Benaja H1121 , den zoon H3077 van Jojada H935 H8799 ; en zij kwamen H6440 voor het aangezicht H4428 des konings.
  33 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H3947 H8798 tot hen: Neemt H5973 met H5650 u de knechten H113 uws heren H1121 , en doet mijn zoon H8010 Salomo H7392 H8689 rijden H5921 op H6506 de muilezelin H834 , die H853 voor mij is; en voert hem H3381 H8689 af H413 naar H1521 Gihon.
  34 H6659 En dat Zadok H3548 , de priester H5416 , met Nathan H5030 , den profeet H853 , hem H8033 aldaar H4428 tot koning H5921 over H3478 Israel H4886 H8804 zalven H7782 . Daarna zult gij met de bazuin H8628 H8804 blazen H559 H8804 , en zeggen H4428 : De koning H8010 Salomo H2421 H8799 leve!
  35 H310 Dan zult gij achter H5927 H8804 hem optrekken H935 H8804 , en hij zal komen H5921 , en zal op H3678 mijn troon H3427 H8804 zitten H1931 , en hij H4427 H8799 zal koning zijn H8478 in mijn plaats H6680 H8765 ; want ik heb geboden H853 , dat hij H5057 een voorganger H1961 H8800 zou zijn H5921 over H3478 Israel H5921 en over H3063 Juda.
  36 H6030 H8799 Toen antwoordde H1141 Benaja H1121 , de zoon H3077 van Jojada H4428 , den koning H559 H8799 , en zeide H543 : Amen H3651 ; alzo H559 H8799 zegge H3068 de HEERE H430 , de God H113 van mijn heer H4428 den koning!
  37 H834 Gelijk als H3068 de HEERE H5973 met H113 mijn heer H4428 den koning H1961 H8804 geweest is H3651 , alzo H1961 H8799 zij Hij H5973 met H8010 Salomo H3678 ; en Hij make zijn troon H1431 H8762 groter H4480 dan H3678 den troon H113 van mijn heer H4428 den koning H1732 David!
  38 H3381 H0 Toen ging H6659 Zadok H3548 , de priester H3381 H8799 , af H5416 , met Nathan H5030 , den profeet H1141 , en Benaja H1121 , den zoon H3077 van Jojada H3774 , en de Krethi H6432 en de Plethi H8010 , en zij deden Salomo H7392 H8686 rijden H5921 op H6506 de muilezelin H4428 van den koning H1732 David H3212 H8686 , en geleidden H853 hem H5921 naar H1521 Gihon.
  39 H6659 En Zadok H3548 , de priester H3947 H8799 , nam H7161 H8081 den oliehoorn H4480 uit H168 de tent H4886 H8799 , en zalfde H8010 Salomo H8628 H8799 ; en zij bliezen H7782 met de bazuin H3605 , en al H5971 het volk H559 H8799 zeide H4428 : De koning H8010 Salomo H2421 H8799 leve!
  40 H3605 En al H5971 het volk H5927 H8799 kwam op H310 achter H5971 hem, en het volk H2490 H8764 pijpte H2485 met pijpen H8056 , en verblijdde zich H1419 met grote H8057 blijdschap H776 , zodat de aarde H6963 van hun geluid H1234 H8735 spleet.
  41 H138 En Adonia H8085 H8799 hoorde H3605 het, en al H7121 H8803 de genoden H834 , die H854 met H1992 hem waren, die H3615 H8765 nu geeindigd hadden H398 H8800 te eten H8085 H8799 ; ook hoorde H3097 Joab H6963 het geluid H7782 der bazuinen H559 H8799 , en zeide H4069 : Waarom H6963 is het geroep H7151 dier stad H1993 H8802 , die in roer is?
  42 H5750 Als hij nog H1696 H8764 sprak H2009 , ziet H935 H8804 , zo kwam H3129 Jonathan H1121 , de zoon H54 van Abjathar H3548 , den priester H138 ; en Adonia H559 H8799 zeide H935 H8798 : Kom in H3588 , want H859 gij H2428 zijt een kloek H376 H8676 H381 man H2896 , en zult het goede H1319 H8762 boodschappen.
  43 H3129 En Jonathan H6030 H8799 antwoordde H559 H8799 en zeide H138 tot Adonia H61 : Ja, maar H113 onze heer H4428 , de koning H1732 David H8010 , heeft Salomo H4427 H8689 tot koning gemaakt.
  44 H4428 En de koning H854 heeft met H7971 H8799 hem gezonden H6659 Zadok H3548 , den priester H5416 , en Nathan H5030 , den profeet H1141 , en Benaja H1121 , den zoon H3077 van Jojada H3774 , en de Krethi H6432 en de Plethi H853 ; en zij hebben hem H7392 H8686 doen rijden H5921 op H6506 de muilezelin H4428 des konings.
  45 H853 Daartoe hebben hem H6659 Zadok H3548 , de priester H5416 , en Nathan H5030 , de profeet H1521 , in Gihon H4428 tot koning H4886 H8799 gezalfd H4480 , en zijn van H8033 daar H8056 blijde H5927 H8799 opgetogen H7151 , zodat de stad H1949 H8735 in roer is H1931 ; dat H6963 is het geroep H834 , dat H8085 H8804 gij gehoord hebt.
  46 H1571 En ook H3427 H8804 zit H8010 Salomo H5921 op H3678 den troon H4410 des koninkrijks.
  47 H1571 Zo zijn ook H5650 de knechten H4428 des konings H935 H8804 gekomen H113 , om onzen heer H4428 , den koning H1732 David H1288 H8763 , te zegenen H559 H8800 , zeggende H430 : Uw God H3190 H0 make H8034 den naam H8010 van Salomo H3190 H8686 beter H4480 dan H8034 uw naam H1431 H0 , en make H3678 zijn troon H1431 H8762 groter H4480 dan H3678 uw troon H4428 ; en de koning H7812 H8691 heeft aangebeden H5921 op H4904 de slaapstede.
  48 H1571 Ja, ook H4428 heeft de koning H3602 aldus H559 H8804 gezegd H1288 H8803 : Geloofd H3068 zij de HEERE H430 , de God H3478 Israels H834 , Die H3117 heden H5414 H8804 gegeven heeft H3427 H8802 een, zittende H5921 op H3678 mijn troon H5869 , dat het mijn ogen H7200 H8802 gezien hebben!
  49 H2729 H8799 Toen verschrikten H6965 H8799 en stonden op H3605 al H7121 H8803 de genoden H834 , die H138 bij Adonia H3212 H8799 waren, en gingen H376 een iegelijk H1870 zijns weegs.
  50 H138 Doch Adonia H3372 H8804 vreesde H4480 H6440 voor H8010 Salomo H6965 H8799 , en hij stond op H3212 H8799 , en ging heen H2388 H8686 , en vatte H7161 de hoornen H4196 des altaars.
  51 H5046 H0 En men maakte H8010 Salomo H5046 H8714 bekend H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H138 , Adonia H3372 H8804 vreest H4428 den koning H8010 Salomo H2009 , want zie H7161 , hij heeft de hoornen H4196 des altaars H270 H8804 gevat H559 H8800 , zeggende H4428 : Dat de koning H8010 Salomo H3117 mij als heden H7650 H8735 zwere H518 , dat H5650 hij zijn knecht H2719 met het zwaard H4191 H8686 niet doden zal!
  52 H8010 En Salomo H559 H8799 zeide H518 : Indien H2428 hij een vroom H1121 man H1961 H8799 zal zijn H3808 , daar zal niet H4480 van H8185 zijn haar H776 op de aarde H5307 H8799 vallen H518 ; maar indien H7451 in hem kwaad H4672 H8735 bevonden zal worden H4191 H8804 , zo zal hij sterven.
  53 H4428 En de koning H8010 Salomo H7971 H8799 zond heen H3381 H8686 , en zij deden hem afgaan H4480 H5921 van H4196 het altaar H935 H8799 ; en hij kwam H7812 H8691 , en boog zich neder H4428 voor den koning H8010 Salomo H8010 . En Salomo H559 H8799 zeide H3212 H8798 tot hem: Ga heen H1004 naar uw huis.