DSV_Strongs(i)
30
H559 H8799
Toen zeide
H452
Elia
H3605
tot het ganse
H5971
volk
H5066 H8798
: Nadert
H413
tot
H3605
mij. En al
H5971
het volk
H5066 H8799
naderde
H413
tot
H7495 H8762
hem; en hij heelde
H4196
het altaar
H3068
des HEEREN
H2040 H8803
, dat verbroken was.
31
H452
En Elia
H3947 H8799
nam
H8147 H6240
twaalf
H68
stenen
H4557
, naar het getal
H7626
der stammen
H1121
van de kinderen
H3290
Jakobs
H413
, tot
H834
welke
H1697
het woord
H3068
des HEEREN
H1961 H8804
geschied was
H559 H8800
, zeggende
H3478
: Israel
H8034
zal uw naam
H1961 H8799
zijn.
32
H1129 H8799
En hij bouwde
H68
met die stenen
H4196
het altaar
H8034
in den Naam
H3068
des HEEREN
H6213 H8799
; daarna maakte hij
H8585
een groeve
H5439
rondom
H4196
het altaar
H1004
, naar de wijdte
H5429
van twee maten
H2233
zaads.
33
H6186 H8799
En hij schikte
H6086
het hout
H5408 H0
, en deelde
H6499
den var
H5408 H8762
in stukken
H7760 H8799
, en leide
H5921
[hem] op
H6086
het hout
H559 H8799
. En hij zeide
H4390 H8798
: Vult
H702
vier
H3537
kruiken
H4325
met water
H3332 H8798
, en giet
H5921
het op
H5930
het brandoffer
H5921
en op
H6086
het hout.
34
H559 H8799
En hij zeide
H8138 H8798
: Doet het ten tweeden male
H8138 H8799
. En zij deden het ten tweeden male
H559 H8799
. Voorts zeide hij
H8027 H8761
: Doet het ten derden male
H8027 H8762
. En zij deden het ten derden male;
35
H4325
Dat het water
H5439
rondom
H4196
het altaar
H3212 H8799
liep
H4390 H8765
; daartoe vulde hij
H1571
ook
H8585
de groeve
H4325
met water.
36
H1961 H8799
Het geschiedde
H4503
nu, als men het spijsoffer
H5927 H8800
offerde
H5030
, dat de profeet
H452
Elia
H5066 H8799
naderde
H559 H8799
, en zeide
H3068
: HEERE
H430
, God
H85
van Abraham
H3327
, Izak
H3478
en Israel
H3117
, dat het heden
H3045 H8735
bekend worde
H3588
, dat
H859
Gij
H430
God
H3478
in Israel
H589
zijt, en ik
H5650
Uw knecht
H3605
; en dat ik al
H428
deze
H1697
dingen naar Uw woord
H6213 H8804
gedaan heb.