11 H85 En Abraham H559 H8799 zeide H559 H8804 : Want ik dacht H7535 : alleen H369 H0 is H3374 de vreze H430 Gods H2088 in deze H4725 plaats H369 niet H5921 H1697 , zodat zij mij om H802 mijner huisvrouw H1697 wil H2026 H8804 zullen doden.
1 H1732 [Een] [psalm] van David H5650 , den knecht H3068 des HEEREN H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H6588 . [036:2] De overtreding H7563 des goddelozen H5002 H8803 spreekt H7130 in het binnenste H3820 van mijn hart H6343 : Er is geen vreze H430 Gods H5869 voor zijn ogen.
13 H3374 De vreze H3068 des HEEREN H8130 H8800 is, te haten H7451 het kwade H1344 , de hovaardigheid H1347 , en den hoogmoed H7451 , en den kwaden H1870 weg H8130 H8804 ; Ik haat H6310 ook den mond H8419 der verkeerdheden.
6 H2617 Door goedertierenheid H571 en trouw H5771 wordt de misdaad H3722 H8792 verzoend H3374 ; en door de vreze H3068 des HEEREN H5493 H8800 wijkt men af H7451 van het kwade.
17 H3820 Uw hart H7065 H8762 zij niet nijdig H2400 over de zondaren H3117 ; maar zijt te allen dage H3374 in de vreze H3068 des HEEREN.
40 G1161 Maar G2087 de andere G611 G5679 , antwoordende G2008 G5707 , bestrafte G846 hem G3004 G5723 , zeggende G5399 G5736 : Vreest G4771 gij G2316 ook God G3761 niet G3754 , daar G1722 gij in G846 hetzelfde G2917 oordeel G1488 G5748 zijt?
5 G2532 En G5456 een stem G1831 G5627 kwam G1537 uit G2362 den troon G3004 G5723 , zeggende G134 G5720 : Looft G2257 onzen G2316 God G3956 , gij al G846 Zijn G1401 dienstknechten G2532 , en G846 gij, die Hem G5399 G5740 vreest G2532 , beiden G3398 klein G2532 en G3173 groot!