Matthew 21:35-41

DSV_Strongs(i)
  35 G2532 En G1092 de landlieden G2983 G5631 , nemende G846 zijn G1401 dienstknechten G3739 G3303 , hebben den een G1194 G5656 geslagen G1161 , en G3739 den anderen G615 G5656 gedood G1161 , en G3739 den derden G3036 G5681 gestenigd.
  36 G3825 Wederom G649 G5656 zond hij G243 andere G1401 dienstknechten G4119 , meer G4413 [in] [getal] dan de eersten G2532 , en G4160 G5656 zij deden G846 hun G5615 desgelijks.
  37 G1161 En G5305 ten laatste G649 G5656 zond hij G4314 tot G846 hen G846 zijn G5207 zoon G3004 G5723 , zeggende G3450 : Zij zullen mijn G5207 zoon G1788 G5691 ontzien.
  38 G1161 Maar G1092 de landlieden G5207 , den zoon G1492 G5631 ziende G2036 G5627 , zeiden G1722 onder G1438 elkander G3778 : Deze G2076 G5748 is G2818 de erfgenaam G1205 G5773 , komt G615 G , laat ons G846 hem G615 G5725 doden G2532 , en G846 zijn G2817 erfenis G2722 G5632 [aan] [ons] behouden.
  39 G2532 En G846 hem G2983 G5631 nemende G1544 G5627 , wierpen zij [hem] uit G1854 , buiten G290 den wijngaard G2532 , en G615 G5656 doodden [hem].
  40 G3752 Wanneer G3767 dan G2962 de heer G290 des wijngaards G2064 G5632 komen zal G5101 , wat G1565 zal hij dien G1092 landlieden G4160 G5692 doen?
  41 G3004 G5719 Zij zeiden G846 tot hem G846 : Hij zal den G2556 kwaden G2560 een kwaden G622 G5692 dood aandoen G2532 , en G290 zal den wijngaard G243 aan andere G1092 landlieden G1554 G5695 verhuren G3748 , die G846 hem G2590 de vruchten G1722 op G846 haar G2540 tijden G591 G5692 zullen geven.