DSV_Strongs(i)
12
H559 H8799
En hij zeide
H413
tot
H5375 H8798
hen: Neemt mij op
H2904 H8685
, en werpt
H413
mij in
H3220
de zee
H3220
, zo zal de zee
H8367 H8799
stil worden
H4480 H5921
van
H3588
ulieden; want
H589
ik
H3045 H8802
weet
H3588
, dat
H2088
deze
H1419
grote
H5591
storm
H7945
ulieden om mijnentwil
H5921
over [komt].
13
H582
Maar de mannen
H2864 H8799
roeiden
H7725 H8687
, om [het] [schip] weder te brengen
H413
aan
H3004
het droge
H3201 H8804
, doch zij konden
H3808
niet
H3588
; want
H3220
de zee
H1980 H8802
werd hoe langer hoe
H5590 H8802
onstuimiger
H5921
tegen hen.
14
H7121 H8799
Toen riepen zij
H413
tot
H3068
den HEERE
H559 H8799
, en zeiden
H577
: Och
H3068
HEERE
H4994
! laat ons toch
H408
niet
H6 H8799
vergaan
H2088
om dezes
H376
mans
H5315
ziel
H5414 H8799
, en leg
H408
geen
H5355 H8675 H5355
onschuldig
H1818
bloed
H5921
op
H3588
ons; want
H859
Gij
H3068
, HEERE
H6213 H8804
! hebt gedaan
H834
, gelijk als
H2654 H8804
het U heeft behaagd.