Jeremiah 46:21-25

DSV_Strongs(i)
  21 H7916 Zelfs haar gehuurden H7130 in haar midden H4770 zijn als gemeste H5695 kalveren H6437 H8689 ; maar die hebben zich ook gewend H3162 , zij zijn te zamen H5127 H8804 gevlucht H5975 H8804 , zij hebben niet gestaan H3117 ; want de dag H343 huns verderfs H935 H8804 is over hen gekomen H6256 , de tijd H6486 hunner bezoeking.
  22 H6963 Haar stem H3212 H8799 zal gaan H5175 als van een slang H2428 ; want zij zullen met krijgsmacht H3212 H8799 daarhenen trekken H7134 , en tot haar met bijlen H935 H8804 komen H2404 H8802 H6086 , gelijk houthouwers.
  23 H3293 Zij hebben haar woud H3772 H8804 afgehouwen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H2713 H8735 , hoewel het niet is te onderzoeken H7231 H8804 ; want zij zijn meerder H697 dan de sprinkhanen H369 , zodat men hen niet H4557 tellen kan.
  24 H1323 De dochter H4714 van Egypte H3001 H8689 is beschaamd H5414 H8738 ; zij is gegeven H3027 in de hand H5971 des volks H6828 van het noorden.
  25 H3068 De HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H559 H8804 , zegt H6485 H8802 : Ziet, Ik zal bezoeking doen H527 H8676 H528 over de menigte H4996 van No H6547 , en over Farao H4714 , en over Egypte H430 , en over haar goden H4428 , en over haar koningen H6547 , ja, over Farao H982 H8802 , en over degenen, die op hem vertrouwen.