Jeremiah 44:11-12

DSV_Strongs(i)
  11 H559 H8804 Daarom, zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H6440 : Ziet, Ik zal Mijn aangezicht H7760 H8802 tegen ulieden stellen H7451 ten kwade H3063 , en om gans Juda H3772 H8687 uit te roeien.
  12 H7611 En Ik zal het overblijfsel H3063 van Juda H3947 H8804 wegnemen H6440 , die hun aangezichten H7760 H8804 gesteld hebben H776 H4714 , om in Egypteland H935 H8800 te gaan H1481 H8800 , om aldaar als vreemdelingen te verkeren H776 H4714 ; en zij zullen allen in Egypteland H8552 H8804 verteerd worden H2719 ; door het zwaard H5307 H8799 zullen zij vallen H7458 , door den honger H8552 H8735 zullen zij verteerd worden H6996 , van den kleinste H1419 tot den grootste H2719 toe; door het zwaard H7458 en door den honger H4191 H8799 zullen zij sterven H423 ; en zij zullen worden tot een vervloeking H8047 , tot een ontzetting H7045 en tot een vloek H2781 , en tot een smaadheid.