Jeremiah 37:10-11

DSV_Strongs(i)
  10 H5221 H8689 Want al sloegt gijlieden H2428 het ganse heir H3778 der Chaldeen H3898 H8737 , die tegen u strijden H7604 H8738 , en er bleven H1856 H8794 van hen [enige] verwonde H582 mannen H376 over, zo zouden zich die, een iegelijk H168 in zijn tent H6965 H8799 , opmaken H5892 , en deze stad H784 met vuur H8313 H8804 verbranden.
  11 H2428 Voorts geschiedde het, als het heir H3778 der Chaldeen H3389 van Jeruzalem H5927 H8736 was opgetogen H6440 , vanwege H6547 Farao's H2428 heir;