Jeremiah 1:5-8

DSV_Strongs(i)
  5 H2962 Eer H990 Ik u in [moeders] buik H3335 H8799 formeerde H3045 H8804 , heb Ik u gekend H7358 , en eer gij uit de baarmoeder H3318 H8799 voortkwaamt H6942 H8689 , heb Ik u geheiligd H1471 ; Ik heb u den volken H5030 tot een profeet H5414 H8804 gesteld.
  6 H559 H8799 Toen zeide ik H162 : Ach H136 , Heere H3069 HEERE H3045 H8804 ! zie, ik kan H1696 H8763 niet spreken H5288 , want ik ben jong.
  7 H3068 Maar de HEERE H559 H8799 zeide H559 H8799 tot mij: Zeg H5288 niet: Ik ben jong H7971 H8799 ; want overal, waarhenen Ik u zenden zal H3212 H8799 , zult gij gaan H6680 H8762 , en alles, wat Ik u gebieden zal H1696 H8762 , zult gij spreken.
  8 H3372 H8799 Vrees H6440 niet voor hun aangezicht H5337 H8687 , want Ik ben met u, om u te redden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.