Haggai 2:14-17

DSV_Strongs(i)
  14 H6030 H8799 [02:15] Toen antwoordde H2292 Haggai H559 H8799 , en zeide H3651 : Alzo H2088 is dit H5971 volk H3651 , en alzo H2088 is deze H1471 natie H6440 voor Mijn aangezicht H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3651 , en alzo H3605 is al H4639 het werk H3027 hunner handen H834 ; en wat H8033 zij daar H7126 H8686 offeren H1931 , dat H2931 is onrein.
  15 H6258 [02:16] En nu H7760 H0 , stelt H4994 er toch H3824 ulieder hart H7760 H8798 op H4480 , van H2088 dezen H3117 dag H4605 af en opwaarts H2962 , eer H68 er steen H413 op H68 steen H7760 H8800 gelegd werd H1964 aan den tempel H3068 des HEEREN;
  16 H4480 [02:17] Eer H1961 H8800 die [dingen] geschiedden H935 H8804 , kwam H413 iemand tot H6194 den [koren] hoop H6242 van twintig H1961 H8804 [maten], zo waren H6235 er [maar] tien H935 H8804 ; komende H413 tot H3342 den wijnbak H2572 , om vijftig H6333 [maten] van de pers H2834 H8800 te scheppen H1961 H8804 , zo waren H6242 er [maar] twintig.
  17 H5221 H8689 [02:18] Ik sloeg H853 ulieden H7711 met brandkoren H3420 , met honigdauw H1259 en met hagel H853 , H3605 al H4639 het werk H3027 uwer handen H854 ; en gij H369 [keerdet] u niet H413 tot H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE.