DSV_Strongs(i)
9
H1121 H120
Mensenkind
H5012 H8734
, profeteer
H559 H8804
en zeg
H559 H8804
: Alzo zegt
H3068
de HEERE
H559 H8798
: Zeg
H2719
: Het zwaard
H2719
, het zwaard
H2300 H8717
is gescherpt
H4803 H8803
, en ook geveegd.
10
H2300 H8717
Het is gescherpt
H2874
, opdat het een slachting
H2873 H8800
slachte
H4178 H8794
; het is geveegd
H1300
, opdat het een glinster
H176
hebbe; of
H7797 H8799
wij [dan] zullen vrolijk zijn
H7626
? het is de roede
H1121
Mijns Zoons
H6086
, die alle hout
H3988 H8802
versmaadt.
11
H4803 H8800
En Hij heeft hetzelve te vegen
H5414 H8799
gegeven
H3709
, opdat men het met de hand
H8610 H8800
handelen zou
H2719
; dat zwaard
H2300 H8717
is gescherpt
H4178 H8794
, en dat is geveegd
H3027
, om hetzelve in de hand
H2026 H8802
des doodslagers
H5414 H8800
te geven.
12
H2199 H8798
Schreeuw
H3213 H8685
en huil
H1121 H120
, o mensenkind
H5971
, want hetzelve zal zijn tegen Mijn volk
H5387
, het zal zijn tegen al de vorsten
H3478
van Israel
H4048 H8803
; verschrikkingen
H413
zullen vanwege
H2719
het zwaard
H5971
bij Mijn volk
H5606 H8798
zijn; daarom klop
H3409
op de heup.
13
H974 H8795
Als er beproeving was
H3988 H8802
, wat was het toen? Zou er dan ook geen versmadende
H7626
roede
H5002 H8803
zijn, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
14
H1121 H120
Daarom gij, mensenkind
H5012 H8734
, profeteer
H5221 H8685
, en sla
H3709
hand
H2719
tegen hand; want het zwaard
H3717 H8735
zal verdubbeld worden
H7992
ten derden
H2719
male, het is het zwaard
H2491
dergenen, die verslagen
H2719
zullen worden; het is het zwaard
H1419
der groten
H2491
, die verslagen
H2314 H8802
zullen worden, dat tot hen in de binnenste kameren indringen zal.
15
H19
Ik heb de punt
H2719
des zwaards
H5414 H8804
gezet
H8179
tegen al hun poorten
H3820
, opdat het hart
H4127 H8800
versmelte
H4383
, en de aanstoten
H7235 H8687
vermenigvuldigen
H253
; ach
H6213 H8803
, het is toegemaakt
H1300
, opdat het glinstere
H4593
, het is ingewonden
H2874
om te slachten.