Esther 5:11-14

DSV_Strongs(i)
  11 H2001 En Haman H5608 H8762 vertelde H3519 hun de heerlijkheid H6239 zijns rijkdoms H7230 , en de veelheid H1121 zijner zonen H3605 , en alles H834 , waarin H4428 de koning H1431 H8765 hem groot gemaakt had H834 , en waarin H5375 H8765 hij hem verheven had H5921 boven H8269 de vorsten H5650 en knechten H4428 des konings.
  12 H559 H8799 Verder zeide H2001 Haman H637 : Ook H4436 heeft de koningin H635 Esther H3808 niemand H5973 met H4428 den koning H935 H8689 doen komen H413 tot H4960 den maaltijd H834 , dien H6213 H8804 zij bereid heeft H3588 H518 , dan H853 mij H589 ; en ik H1571 ben ook H4279 tegen morgen H5973 van haar met H4428 den koning H7121 H8803 genodigd.
  13 H2063 Doch dit H3605 alles H7737 H8802 baat H369 mij niet H3605 , zo langen H6256 tijd H834 als H589 ik H3064 den Jood H4782 Mordechai H7200 H8802 zie H3427 H8802 zitten H8179 in de poort H4428 des konings.
  14 H559 H8799 Toen zeide H802 zijn huisvrouw H2238 Zeres H3605 tot hem, mitsgaders al H157 H8802 zijn vrienden H6213 H8799 : Men make H6086 een galg H2572 , vijftig H520 ellen H1364 hoog H559 H8798 , en zeg H1242 morgen H4428 aan den koning H4782 , dat men Mordechai H5921 daaraan H8518 H8799 hange H935 H8798 ; ga H8056 dan vrolijk H5973 met H4428 den koning H413 tot H4960 dien maaltijd H1697 . Deze raad H2001 nu dacht Haman H3190 H8799 H6440 goed H6086 , en hij deed de galg H6213 H8799 maken.