DSV_Strongs(i)
1
G2532
En
G5209
u
G3498
[heeft] [Hij] [mede] [levend] [gemaakt], daar gij dood
G5607 G5752
waart
G3900
door de misdaden
G2532
en
G266
de zonden;
2
G1722
In
G3739
welke
G4218
gij eertijds
G4043 G5656
gewandeld hebt
G2596
, naar
G165
de eeuw
G5127
dezer
G2889
wereld
G2596
, naar
G758
den overste
G1849
van de macht
G109
der lucht
G4151
, van den geest
G3568
, die nu
G1754 G5723
werkt
G1722
in
G5207
de kinderen
G543
der ongehoorzaamheid;
3
G1722
Onder
G3739
dewelke
G2532
ook
G2249
wij
G3956
allen
G4218
eertijds
G390 G5648
verkeerd hebben
G1722
in
G1939
de begeerlijkheden
G2257
onzes
G4561
vleses
G4160 G5723
, doende
G2307
den wil
G4561
des vleses
G2532
en
G1271
der gedachten
G2532
; en
G2258 G5713
wij waren
G5449
van nature
G5043
kinderen
G3709
des toorns
G5613
, gelijk
G2532
ook
G3062
de anderen;
4
G1161
Maar
G2316
God
G4145
, Die rijk
G5607 G5752
is
G1722
in
G1656
barmhartigheid
G1223
door
G846
Zijn
G4183
grote
G26
liefde
G3739
, waarmede
G2248
Hij ons
G25 G5656
liefgehad heeft,