2 Chronicles 33:11-13

DSV_Strongs(i)
  11 H935 H8686 Daarom bracht H3068 de HEERE H5921 over H8269 H6635 hen de krijgsoversten H834 , die H4428 de koning H804 van Assyrie H4519 had, dewelke Manasse H3920 H8799 gevangen namen H2336 onder de doornen H631 H8799 ; en zij bonden H5178 hem met twee koperen ketenen H3212 H8686 , en voerden H894 hem naar Babel.
  12 H6887 H8687 En als hij hem benauwde H2470 H8765 , bad hij H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , zijns Gods H3665 H8735 , ernstelijk aan, en vernederde zich H3966 zeer H4480 voor H6440 het aangezicht H430 van den God H1 zijner vaderen,
  13 H6419 H8691 H413 En bad H6279 H8735 Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden H8085 H8799 , en hoorde H8467 zijn smeking H7725 H8686 , en Hij bracht hem weder H3389 te Jeruzalem H4438 , in zijn koninkrijk H3045 H8799 . Toen erkende H4519 Manasse H3588 , dat H3068 de HEERE H430 God H1931 is.