1 Samuel 26:15-16

DSV_Strongs(i)
  15 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H413 tot H74 Abner H859 : Zijt gij H3898 niet H376 een man H4310 , en wie H3644 is u gelijk H3478 in Israel H4100 ? Waarom H413 dan hebt gij over H113 uw heer H4428 , den koning H3808 , geen H8104 H8804 wacht gehouden H3588 ? Want H259 daar is een H5971 van het volk H935 H8804 gekomen H4428 , om den koning H113 , uw heer H7843 H8687 , te verderven.
  16 H2088 Deze H1697 zaak H834 , die H6213 H8804 gij gedaan hebt H3808 , is niet H2896 goed H3068 ; [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H3588 , H859 gijlieden H1121 zijt kinderen H4194 des doods H834 , die H5921 over H113 uw heer H5921 , H4899 den gezalfde H3068 des HEEREN H3808 , geen H8104 H8804 wacht gehouden hebt H6258 ! En nu H7200 H8798 , zie H335 , waar H2595 de spies H4428 des konings H6835 H4325 is, en de waterfles H834 , die H4763 aan zijn hoofdeinde was.