Titus 3:4-8

DSV_Strongs(i)
  4 G1161 Maar G3753 wanneer G5544 de goedertierenheid G2316 van God G2257 , onzen G4990 Zaligmaker G2532 , en G5363 [Zijn] liefde tot de mensen G2014 G5648 verschenen is,
  5 G2248 Heeft Hij ons G4982 G5656 zalig gemaakt G3756 , niet G1537 uit G2041 de werken G1722 der G1343 rechtvaardigheid G3739 , die G2249 wij G4160 G5656 gedaan hadden G235 , maar G2596 naar G846 Zijn G1656 barmhartigheid G1223 , door G3067 het bad G3824 der wedergeboorte G2532 en G342 vernieuwing G40 des Heiligen G4151 Geestes;
  6 G3739 Denwelken G1909 Hij over G2248 ons G4146 rijkelijk G1632 G5656 heeft uitgegoten G1223 door G2424 Jezus G5547 Christus G2257 , onzen G4990 Zaligmaker;
  7 G2443 Opdat G1344 G5685 wij, gerechtvaardigd zijnde G1565 door Zijn G5485 genade G2818 , erfgenamen G1096 G5638 zouden worden G2596 naar G1680 de hope G166 des eeuwigen G2222 levens.
  8 G4103 Dit is een getrouw G3056 woord G2532 , en G4012 G5130 deze dingen G1014 G5736 wil ik G4571 , dat gij G1226 G5738 ernstelijk bevestigt G2443 , opdat G2316 degenen, die aan God G4100 G5761 geloven G5431 G5725 , zorg dragen G2570 , om goede G2041 werken G4291 G5733 voor te staan G5023 ; deze dingen G2076 G5748 zijn G2570 het, die goed G2532 en G5624 nuttig G444 zijn den mensen.