Titus 1:6-9

DSV_Strongs(i)
  6 G1536 Indien iemand G410 onberispelijk G2076 G5748 is G3391 , ener G1135 vrouwe G435 man G4103 , gelovige G5043 kinderen G2192 G5723 hebbende G3361 , die niet G1722 G2724 te beschuldigen G810 zijn van overdadigheid G2228 , of G506 ongehoorzaam zijn.
  7 G1063 Want G1985 een opziener G1163 G5748 moet G410 onberispelijk G1511 G5750 zijn G5613 , als G3623 een huisverzorger G2316 Gods G3361 , niet G829 eigenzinnig G3361 , niet G3711 genegen tot toornigheid G3361 , niet G3943 genegen tot den wijn G3361 , geen G4131 smijter G3361 , geen G146 vuil-gewinzoeker;
  8 G235 Maar G5382 die gaarne herbergt G5358 , die de goeden liefheeft G4998 , matig G1342 , rechtvaardig G3741 , heilig G1468 , kuis;
  9 G472 G5740 Die vasthoudt aan G4103 het getrouwe G3056 woord G2596 , dat naar G1322 de leer G2443 is, opdat G1415 hij machtig G5600 G5753 zij G2532 , beide G3870 G5721 om te vermanen G1722 door G5198 G5723 de gezonde G1319 leer G2532 , en G483 G5723 om de tegensprekers G1651 G5721 te wederleggen.