Romans 11:2-5

DSV_Strongs(i)
  2 G2316 God G846 heeft Zijn G2992 volk G3756 niet G683 G5662 verstoten G3739 , hetwelk G4267 G5656 Hij te voren gekend heeft G2228 . Of G1492 G5758 weet gij G3756 niet G5101 , wat G1124 de Schrift G3004 G5719 zegt G1722 van G2243 Elia G5613 , hoe G2316 hij God G1793 G5719 aanspreekt G2596 tegen G2474 Israel G3004 G5723 , zeggende:
  3 G2962 Heere G4675 ! zij hebben Uw G4396 profeten G615 G5656 gedood G2532 , en G4675 Uw G2379 altaren G2679 G5656 omgeworpen G2504 ; en ik G3441 ben alleen G5275 G5681 overgebleven G2532 en G2212 G5719 zij zoeken G3450 mijn G5590 ziel.
  4 G235 Maar G5101 wat G3004 G5719 zegt G846 tot hem G5538 het Goddelijk antwoord G1683 ? Ik heb Mijzelven G2035 [nog] zeven duizend G435 mannen G2641 G5627 overgelaten G3748 , die G1119 de knie G896 voor het [beeld] van Baal G3756 niet G2578 G5656 gebogen hebben.
  5 G3779 Alzo G3767 is er dan G2532 ook G1722 in G3568 dezen tegenwoordigen G2540 tijd G3005 een overblijfsel G1096 G5754 geworden G2596 , naar G1589 de verkiezing G5485 der genade.