DSV_Strongs(i) 7 H5869 Hun ogen H3318 H8804 puilen uit H2459 van vet H4906 ; zij gaan de inbeeldingen H3824 des harten H5674 H8804 te boven. 8 H4167 H8686 Zij mergelen [de] [lieden] uit H1696 H8762 , en spreken H7451 boselijk H6233 van verdrukking H1696 H8762 ; zij spreken H4791 uit de hoogte. 9 H8371 H8804 Zij zetten H6310 hun mond H8064 tegen den hemel H3956 , en hun tong H1980 H8799 wandelt H776 op de aarde.