DSV_Strongs(i)
4
H628
En het gemene volk
H7130
, dat in het midden
H8378
van hen was, werd met lust
H183 H8694
bevangen
H1058 H8799
; daarom zo weenden
H1121
ook de kinderen
H3478
Israels
H7725 H8799
wederom
H559 H8799
, en zeiden
H1320
: Wie zal ons vlees
H398 H8686
te eten geven?
5
H2142 H8804
Wij gedenken
H1710
aan de vissen
H4714
, die wij in Egypte
H2600
om niet
H398 H8799
aten
H7180
; aan de komkommers
H20
, en aan de pompoenen
H2682
, en aan het look
H1211
, en aan de ajuinen
H7762
, en aan het knoflook.
6
H5315
Maar nu is onze ziel
H3002
dor
H1115
, er is niet met al, behalve
H4478
dit Man
H5869
voor onze ogen!
7
H4478
Het Man
H1407 H2233
nu was als korianderzaad
H5869
, en zijn verf
H5869
was als de verf
H916
van den bedolah.
8
H5971
Het volk
H7751 H8804
liep hier en daar
H3950 H8804
, en verzamelde
H2912 H8804
[het], en maalde
H7347
het met molens
H1743 H8804
, of stiet
H4085
het in mortieren
H1310 H8765
, en zood
H6517
het in potten
H6213 H8804
, en maakte
H5692
daarvan koeken
H2940
; en zijn smaak
H2940
was als de smaak
H3955
van de beste vochtigheid
H8081
der olie.