Jeremiah 28:1-4

DSV_Strongs(i)
  1 H8141 Voorts geschiedde het in hetzelfde jaar H7225 , in het begin H4467 des koninkrijks H6667 van Zedekia H4428 , koning H3063 van Juda H7243 , in het vierde H8141 jaar H2549 , in de vijfde H2320 maand H2608 , [dat] Hananja H1121 , zoon H5809 van Azur H5030 , de profeet H1391 , die van Gibeon H559 H8804 was, tot mij sprak H1004 , in het huis H3068 des HEEREN H5869 , voor de ogen H3548 der priesteren H5971 en des gansen volks H559 H8800 , zeggende:
  2 H559 H8804 Zo spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H559 H8800 , zeggende H5923 : Ik heb het juk H4428 des konings H894 van Babel H7665 H8804 verbroken.
  3 H3117 In nog twee volle H8141 jaren H4725 zal Ik tot deze plaats H7725 H8688 wederbrengen H3627 al de vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H5019 , die Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H4725 , uit deze plaats H3947 H8804 heeft weggenomen H894 , en dezelve [naar] Babel H935 H8686 gebracht.
  4 H3204 Ook zal Ik Jechonia H1121 , den zoon H3079 van Jojakim H4428 , koning H3063 van Juda H1546 , en allen, die gevankelijk weggevoerd zijn H3063 van Juda H894 , die te Babel H935 H8802 gekomen zijn H4725 , tot deze plaats H7725 H8688 wederbrengen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5923 ; want Ik zal het juk H4428 des konings H894 van Babel H7665 H8799 verbreken.