Hosea 1:9-11

DSV_Strongs(i)
  9 H559 En Hij zeide H7121 : Noem H8034 zijn naam H3818 Lo-ammi H5971 ; want gijlieden zijt Mijn volk niet, zo zal Ik [ook] de uwe niet zijn.
  10 H4557 Nochtans zal het getal H1121 der kinderen H3478 Israels H2344 zijn als het zand H3220 der zee H4058 , dat niet gemeten H5608 noch geteld kan worden H4725 ; en het zal geschieden dat ter plaatse H559 , waar tot hen gezegd zal zijn H5971 : Gijlieden zijt Mijn volk niet H559 ; tot hen gezegd zal worden H1121 : Gij zijt kinderen H2416 des levenden H410 Gods.
  11 H1121 En de kinderen H3063 van Juda H1121 , en de kinderen H3478 Israels H6908 H3162 zullen samenvergaderd worden H259 , en zich een enig H7218 hoofd H7760 stellen H776 , en uit het land H5927 optrekken H3117 ; want de dag H3157 van Jizreel H1419 zal groot zijn.