Hebrews 5:11-14

DSV_Strongs(i)
  11 G4012 Van G3739 Denwelken G2254 wij G4183 hebben vele dingen G2532 , en G1421 zwaar G3004 G5721 om te verklaren G3056 , te zeggen G1893 , dewijl G3576 gij traag G189 om te horen G1096 G5754 geworden zijt.
  12 G1063 Want G1320 gij, daar gij leraars G3784 G5723 behoordet G1511 G5750 te zijn G1223 vanwege G5550 den tijd G2192 G5719 , hebt G3825 wederom G5532 van node G5209 , dat men u G1321 G5721 lere G5101 , welke G746 de eerste G4747 beginselen G3051 zijn der woorden G2316 Gods G2532 ; en G1096 G5754 gij zijt geworden G1051 , [als] die melk G5532 van node G2192 G5723 hebben G2532 , en G3756 niet G4731 vaste G5160 spijze.
  13 G1063 Want G3956 een iegelijk G1051 , die der melk G3348 G5723 deelachtig is G552 , die is onervaren G3056 in het woord G1343 der gerechtigheid G1063 ; want G2076 G5748 hij is G3516 een kind.
  14 G1161 Maar G5046 der volmaakten G2076 G5748 is G4731 de vaste G5160 spijze G1223 , die door G1838 de gewoonheid G145 de zinnen G1128 G5772 geoefend G2192 G5723 hebben G4314 , tot G1253 onderscheiding G5037 beide G2570 des goeds G2532 en G2556 des kwaads.