Hebrews 12:9-11

DSV_Strongs(i)
  9 G1534 Voorts G3962 , wij hebben de vaders G2257 onzes G4561 vleses G3303 wel G3810 tot kastijders G2192 G5707 gehad G2532 , en G1788 G5710 wij ontzagen G3756 hen; zullen wij [dan] niet G4183 veel G3123 meer G3962 den Vader G4151 der geesten G5293 G5691 onderworpen zijn G2532 , en G2198 G5692 leven?
  10 G1063 Want G3303 genen hebben [ons] wel G4314 voor G3641 een korten G2250 tijd G2596 , naar G846 dat het hun G1380 G5723 goed dacht G3811 G5707 , gekastijd G1161 ; maar G4851 G Deze kastijdt G1909 [ons] tot G4851 G5723 [ons] nut G1519 , opdat G846 wij Zijner G41 heiligheid G3335 G5629 zouden deelachtig worden.
  11 G1161 En G3956 alle G3809 kastijding G4314 G3303 als G3918 G5752 die tegenwoordig is G1380 G5719 , schijnt G3756 geen G5479 [zaak] van vreugde G235 , maar G3077 van droefheid G1511 G5750 te zijn G1161 ; doch G5305 daarna G591 G5719 geeft zij van zich G1516 een vreedzame G2590 vrucht G1343 der gerechtigheid G1223 dengenen, die door G846 dezelve G1128 G5772 geoefend zijn.