Genesis 50:15-21

DSV_Strongs(i)
  15 H3130 Toen Jozefs H251 broeders H7200 H8799 zagen H3588 , dat H1 hun vader H4191 H8804 dood was H559 H8799 , zo zeiden zij H3863 : Misschien H3130 zal ons Jozef H7852 H8799 haten H7725 H8687 , en hij zal ons gewisselijk H7725 H8686 vergelden H3605 al H7451 het kwaad H834 , dat H853 wij hem H1580 H8804 aangedaan hebben.
  16 H6680 H8762 Daarom ontboden zij H413 aan H3130 Jozef H559 H8800 , zeggende H1 : Uw vader H6680 H8765 heeft bevolen H6440 voor H4194 zijn dood H559 H8800 , zeggende:
  17 H3541 Zo H3130 zult gij tot Jozef H559 H8799 zeggen H577 : Ei H5375 H8798 , vergeef H4994 toch H6588 de overtreding H251 uwer broederen H2403 , en hun zonde H3588 ; want H7451 zij hebben u kwaad H1580 H8804 aangedaan H6258 ; maar nu H5375 H8798 vergeef H4994 toch H6588 de overtreding H5650 der dienaren H430 van den God H1 uws vaders H3130 ! En Jozef H1058 H8799 weende H413 , als zij tot H1696 H8763 hem spraken.
  18 H3212 H8799 Daarna kwamen H1571 ook H251 zijn broeders H5307 H0 , en vielen H6440 voor hem H5307 H8799 neder H559 H8799 , en zeiden H2009 : Zie H5650 , wij zijn u tot knechten!
  19 H3130 En Jozef H559 H8799 zeide H413 tot H3372 H8799 hen: Vreest H408 niet H3588 ; want H589 ben ik H8478 in de plaats H430 van God?
  20 H859 Gijlieden H7451 wel, gij hebt kwaad H5921 tegen H2803 H8804 mij gedacht H430 ; [doch] God H2896 heeft dat ten goede H2803 H8804 gedacht H4616 ; opdat H6213 H8800 Hij deed H2088 , gelijk het te dezen H3117 dage H7227 is, om een groot H5971 volk H2421 H8687 in het leven te behouden.
  21 H6258 Nu dan H3372 H8799 , vreest H408 niet H595 ! Ik H853 zal u H2945 en uw kleine kinderen H3557 H8770 onderhouden H5162 H8762 . Zo troostte hij H853 hen H1696 H8762 , en sprak H5921 naar H3820 hun hart.