DSV_Strongs(i)
13
H559 H8799
Doch hij zeide
H994
: Och
H136
, Heere
H7971 H8798
! zend
H3027
toch door de hand
H7971 H8799
[desgenen], [dien] Gij zoudt zenden.
14
H2734 H8799
Toen ontstak
H639
de toorn
H3068
des HEEREN
H4872
over Mozes
H559 H8799
, en Hij zeide
H175
: is niet Aaron
H3881
, de Leviet
H251
, uw broeder
H3045 H8804
? Ik weet
H1696 H8763
, dat hij zeer wel
H1696 H8762
spreken zal
H3318 H8802
, en ook, zie, hij zal uitgaan
H7125 H8800
u tegemoet
H7200 H8804
; wanneer hij u ziet
H3820
, zo zal hij in zijn hart
H8055 H8804
verblijd zijn.
15
H1696 H8765
Gij dan zult tot hem spreken
H1697
, en de woorden
H6310
in zijn mond
H7760 H8804
leggen
H6310
; en Ik zal met uw mond
H6310
, en met zijn mond
H3384 H8689
zijn; en Ik zal ulieden leren
H6213 H8799
, wat gij doen zult.
16
H5971
En hij zal voor u tot het volk
H1696 H8765
spreken
H6310
; en het zal geschieden, dat hij u tot een mond
H430
zal zijn, en gij zult hem tot een god zijn.
17
H3947 H8799
Neem
H4294
dan dezen staf
H3027
in uw hand
H226
, waarmede gij die tekenen
H6213 H8799
doen zult.
18
H3212 H8799
Toen ging
H4872
Mozes
H7725 H8799
heen, en keerde weder
H3500
tot Jethro
H2859 H8802
, zijn schoonvader
H559 H8799
, en zeide
H3212 H8799
tot hem: Laat mij toch gaan
H7725 H8799
, dat ik wederkere
H251
tot mijn broederen
H4714
, die in Egypte
H7200 H8799
zijn, en zie
H5750
, of zij nog
H2416
leven
H3503
. Jethro
H559 H8799
dan zeide
H4872
tot Mozes
H3212 H8798
: Ga
H7965
in vrede!