DSV_Strongs(i)
7
H1732
En David
H559 H8799
zeide
H3372 H8799
tot hem: Vrees
H408
niet
H3588
, want
H6213 H8800
ik zal zekerlijk
H2617
weldadigheid
H5973
bij
H6213 H8799
u doen
H5668
, om
H1
uws vaders
H3083
Jonathans
H3605
wil; en ik zal u alle
H7704
akkers
H1
van uw vader
H7586
Saul
H7725 H8689
wedergeven
H859
; en gij
H8548
zult geduriglijk
H3899
brood
H398 H8799
eten
H5921
aan
H7979
mijn tafel.
8
H7812 H8691
Toen boog hij zich
H559 H8799
, en zeide
H4100
: Wat
H5650
is uw knecht
H3588
, dat
H6437 H8804
gij omgezien hebt
H413
naar
H4191 H8801
een doden
H3611
hond
H834
, als
H3644
ik ben?
9
H7121 H8799
Toen riep
H4428
de koning
H413 H6717
Ziba
H7586
, Sauls
H5288
jongen
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H3605
hem: Al
H834
wat
H7586
Saul
H1961 H8804
gehad heeft
H3605
, en zijn ganse
H1004
huis
H1121
, heb ik den zoon
H113
uws heren
H5414 H8804
gegeven.
10
H859
Daarom zult gij
H127
voor hem het land
H5647 H8804
bearbeiden
H1121
, gij, en uw zonen
H5650
, en uw knechten
H935 H8689
, en zult [de] [vruchten] inbrengen
H1121
, opdat de zoon
H113
uws heren
H3899
brood
H1961 H8804
hebbe
H398 H8804
, dat hij ete
H4648
; en Mefiboseth
H1121
, de zoon
H113
uws heren
H8548
, zal geduriglijk
H3899
brood
H398 H8799
eten
H5921
aan
H7979
mijn tafel
H6717
. Ziba
H2568 H6240
nu had vijftien
H1121
zonen
H6242
en twintig
H5650
knechten.