2 Samuel 9:7-10

DSV_Strongs(i)
  7 H1732 En David H559 H8799 zeide H3372 H8799 tot hem: Vrees H408 niet H3588 , want H6213 H8800 ik zal zekerlijk H2617 weldadigheid H5973 bij H6213 H8799 u doen H5668 , om H1 uws vaders H3083 Jonathans H3605 wil; en ik zal u alle H7704 akkers H1 van uw vader H7586 Saul H7725 H8689 wedergeven H859 ; en gij H8548 zult geduriglijk H3899 brood H398 H8799 eten H5921 aan H7979 mijn tafel.
  8 H7812 H8691 Toen boog hij zich H559 H8799 , en zeide H4100 : Wat H5650 is uw knecht H3588 , dat H6437 H8804 gij omgezien hebt H413 naar H4191 H8801 een doden H3611 hond H834 , als H3644 ik ben?
  9 H7121 H8799 Toen riep H4428 de koning H413 H6717 Ziba H7586 , Sauls H5288 jongen H559 H8799 , en zeide H413 tot H3605 hem: Al H834 wat H7586 Saul H1961 H8804 gehad heeft H3605 , en zijn ganse H1004 huis H1121 , heb ik den zoon H113 uws heren H5414 H8804 gegeven.
  10 H859 Daarom zult gij H127 voor hem het land H5647 H8804 bearbeiden H1121 , gij, en uw zonen H5650 , en uw knechten H935 H8689 , en zult [de] [vruchten] inbrengen H1121 , opdat de zoon H113 uws heren H3899 brood H1961 H8804 hebbe H398 H8804 , dat hij ete H4648 ; en Mefiboseth H1121 , de zoon H113 uws heren H8548 , zal geduriglijk H3899 brood H398 H8799 eten H5921 aan H7979 mijn tafel H6717 . Ziba H2568 H6240 nu had vijftien H1121 zonen H6242 en twintig H5650 knechten.