DSV_Strongs(i)
16
H1961 H8799 H3931 H8688
Maar zij spotten
H4397
met de boden
H430
Gods
H959 H8802
, en verachtten
H1697
Zijn woorden
H8591 H8700
; zij verleidden zichzelven
H5030
tegen Zijn profeten
H5704
; totdat
H2534
de grimmigheid
H3068
des HEEREN
H5971
tegen Zijn volk
H5927 H8800
opging
H5704
, dat
H369 H0
er geen
H4832
helen
H369
aan was.
17
H5921
Want Hij deed tegen
H5927 H8686
hen opkomen
H4428
den koning
H3778
der Chaldeen
H970
, die hun jongelingen
H2719
met het zwaard
H1004
in het huis
H4720
huns heiligdoms
H2026 H8799
doodde
H2550 H8804 H5921
, en hij verschoonde
H970
de jongelingen
H3808
niet
H1330
, noch de maagden
H2205
, de ouden
H3486
noch de stokouden
H5414 H8804
; Hij gaf
H3605
hen allen
H3027
in zijn hand.