Zechariah 11:8-9

DSV_Strongs(i)
  8 H7969 En ik heb drie H7462 H8802 herders H259 in een H3391 maand H3582 H8686 afgesneden H5315 ; want mijn ziel H7114 H8799 was over hen verdrietig geworden H1571 , en ook H5315 had hun ziel H973 H8804 een walg van mij.
  9 H559 H8799 En ik zeide H3808 : Ik zal ulieden niet H7462 H8799 [meer] weiden H4191 H8801 ; wat sterft H4191 H8799 , dat sterve H3582 H8737 , en wat afgesneden is H3582 H8735 , dat zij afgesneden H7604 H8737 , en dat de overgeblevenen H802 de een H7468 des anderen H1320 vlees H398 H8799 verslinden.