Psalms 73:8-13

DSV_Strongs(i)
  8 H4167 H8686 Zij mergelen [de] [lieden] uit H1696 H8762 , en spreken H7451 boselijk H6233 van verdrukking H1696 H8762 ; zij spreken H4791 uit de hoogte.
  9 H8371 H8804 Zij zetten H6310 hun mond H8064 tegen den hemel H3956 , en hun tong H1980 H8799 wandelt H776 op de aarde.
  10 H7725 H8799 H8675 H7725 H8686 Daarom keert zich H5971 Zijn volk H1988 hiertoe H4325 , als hun wateren H4392 eens vollen H4680 H8735 [bekers] worden uitgedrukt,
  11 H559 H8804 Dat zij zeggen H410 : Hoe zou het God H3045 H8804 weten H1844 , en zou er wetenschap H3426 zijn H5945 bij den Allerhoogste?
  12 H7563 Ziet, dezen zijn goddeloos H7961 ; nochtans hebben zij rust H5769 in de wereld H7685 H8689 ; zij vermenigvuldigen H2428 het vermogen.
  13 H7385 Immers heb ik te vergeefs H3824 mijn hart H2135 H8765 gezuiverd H3709 , en mijn handen H5356 in onschuld H7364 H8799 gewassen.