Nehemiah 13:4-8

DSV_Strongs(i)
  4 H475 Eljasib H6440 H4480 H2088 nu H3548 , de priester H5414 H8803 , die gesteld was H3957 over de kamer H1004 van het huis H430 onzes Gods H6440 , was voor dezen H7138 H0 nabestaande H2900 van Tobia H7138 geworden.
  5 H1419 En hij had hem een grote H3957 kamer H6213 H8799 gemaakt H8033 , alwaar H6440 zij te voren H1961 H8804 H5414 H8802 henenleiden H4503 het spijsoffer H3828 , den wierook H3627 en de vaten H4643 , en de tienden H1715 van koren H8492 , van most H3323 en van olie H4687 , die bevolen waren H3881 voor de Levieten H7891 H8789 , en de zangers H7778 , en de poortiers H8641 , mitsgaders het hefoffer H3548 der priesteren.
  6 H2088 Doch in dit H3605 alles H1961 H8804 was ik H3808 niet H3389 te Jeruzalem H3588 ; want H8147 in het twee H7970 en dertigste H8141 jaar H783 van Arthahsasta H4428 , koning H894 van Babel H935 H8804 , kwam ik H413 tot H4428 den koning H7093 ; maar ten einde H3117 van [sommige] dagen H7592 H8738 verkreeg ik [weder] verlof H4480 van H4428 den koning.
  7 H935 H8799 En ik kwam H3389 te Jeruzalem H995 H8799 , en verstond H7451 van het kwaad H834 , dat H475 Eljasib H2900 voor Tobia H6213 H8804 gedaan had H6213 H8800 , makende H5393 hem een kamer H2691 in de voorhoven H430 van Gods H1004 huis.
  8 H3415 H8799 En het mishaagde mij H3966 zeer H7993 H8686 ; zo wierp ik H3605 al H1004 H3627 het huisraad H2900 van Tobia H4480 H2351 buiten, uit H3957 de kamer.