Leviticus 7:20-27

DSV_Strongs(i)
  20 H5315 Doch als een ziel H1320 het vlees H2077 H8002 van het dankoffer H3068 , hetwelk des HEEREN H398 H8799 is, gegeten zal hebben H2932 , en haar onreinigheid H5315 aan haar is, zo zal die ziel H5971 uit haar volken H3772 H8738 uitgeroeid worden.
  21 H5315 En wanneer een ziel H2932 iets onreins H5060 H8799 zal aangeroerd hebben H2932 , [als] de onreinigheid H120 des mensen H2931 , of het onreine H929 vee H2931 , of enig onrein H8263 verfoeisel H1320 , en zal van het vlees H2077 H8002 des dankoffers H3068 , hetwelk des HEEREN H398 H8804 is, gegeten hebben H5315 , zo zal die ziel H5971 uit haar volken H3772 H8738 uitgeroeid worden.
  22 H1696 H8762 Daarna sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  23 H1696 H8761 Spreek H1121 tot de kinderen H3478 Israels H559 H8800 , zeggende H2459 : Geen vet H7794 van een os H3775 , of schaap H5795 , of geit H398 H8799 , zult gij eten.
  24 H2459 Maar het vet H5038 van een dood aas H2459 , en het vet H2966 van het verscheurde H4399 , mag tot alle werk H6213 H8735 gebezigd worden H398 H8800 ; doch gij zult het ganselijk H398 H8799 niet eten.
  25 H2459 Want al wie het vet H929 van vee H398 H8802 eten zal H3068 , van hetwelk men den HEERE H801 een vuuroffer H7126 H8686 zal geofferd hebben H5315 , die ziel H398 H8802 , die het gegeten zal hebben H5971 , zal uit haar volken H3772 H8738 uitgeroeid worden.
  26 H4186 Ook zult gij in uw woningen H1818 geen bloed H398 H8799 eten H5775 , hetzij van het gevogelte H929 , of van het vee.
  27 H5315 Alle ziel H3605 , die enig H1818 bloed H398 H8799 eten zal H5315 , die ziel H5971 zal uit haar volken H3772 H8738 uitgeroeid worden.