Daniel 1:1-3

DSV_Strongs(i)
  1 H7969 In het derde H8141 jaar H4438 des koninkrijks H3079 van Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H935 H8804 , kwam H5019 Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H3389 , te Jeruzalem H6696 H8799 , en belegerde haar.
  2 H136 En de HEERE H5414 H8799 gaf H3079 Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H3027 , in zijn hand H7117 , en een deel H3627 der vaten H1004 van het huis H430 Gods H935 H8686 ; en hij bracht H776 ze in het land H8152 van Sinear H1004 , [in] het huis H430 zijns gods H3627 ; en de vaten H935 H8689 bracht hij H214 H1004 in het schathuis H430 zijns gods.
  3 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H828 tot Aspenaz H7227 , den overste H5631 zijner kamerlingen H935 H8687 , dat hij voorbrengen zou H1121 [enigen] uit de kinderen H3478 Israels H4410 , te weten, uit het koninklijk H2233 zaad H6579 , en uit de prinsen;