2 Peter 1:3-7

DSV_Strongs(i)
  3 G5613 Gelijk G2254 ons G846 Zijn G2304 Goddelijke G1411 kracht G3956 alles G4314 , wat tot G2222 het leven G2532 en G2150 de godzaligheid G1433 G5772 [behoort], geschonken heeft G1223 , door G1922 de kennis G2248 Desgenen, Die ons G2564 G5660 geroepen heeft G1223 tot G1391 heerlijkheid G2532 en G703 deugd;
  4 G1223 Door G3739 welke G2254 ons G3176 de grootste G2532 en G5093 dierbare G1862 beloften G1433 G5769 geschonken zijn G2443 , opdat G1223 gij door G5130 dezelve G2304 der goddelijke G5449 natuur G2844 deelachtig G1096 G5638 zoudt worden G668 G5631 , nadat gij ontvloden zijt G5356 het verderf G1722 , dat in G2889 de wereld G1722 is door G1939 de begeerlijkheid.
  5 G1161 En G846 G5124 gij, tot hetzelve G2532 ook G3956 alle G4710 naarstigheid G3923 G5660 toebrengende G2023 G5657 , voegt G1722 bij G5216 uw G4102 geloof G703 deugd G1161 , en G1722 bij G703 de deugd G1108 kennis,
  6 G1161 En G1722 bij G1108 de kennis G1466 matigheid G1161 , en G1722 bij G1466 de matigheid G5281 lijdzaamheid G1161 , en G1722 bij G5281 de lijdzaamheid G2150 godzaligheid,
  7 G1161 En G1722 bij G2150 de godzaligheid G5360 broederlijke liefde G1161 , en G1722 bij G5360 de broederlijke liefde G26 , liefde [jegens] [allen].