DSV_Strongs(i)
7
H271
Achaz
H7971 H8799
nu zond
H4397
boden
H413
tot
H8407
Tiglath-pilezer
H4428
, den koning
H804
van Assyrie
H559 H8800
, zeggende
H589
: Ik
H5650
ben uw knecht
H1121
en uw zoon
H5927 H8798
; kom op
H3467 H8685
, en verlos
H4480
mij uit
H3709
de hand
H4428
van den koning
H758
van Syrie
H4480
, en uit
H3709
de hand
H4428
van den koning
H3478
van Israel
H5921
, die zich tegen
H6965 H8801
mij opmaken.
8
H271
En Achaz
H3947 H8799
nam
H3701
het zilver
H2091
en het goud
H1004
, dat in het huis
H3068
des HEEREN
H214
, en in de schatten
H1004
van het huis
H4428
des konings
H4672 H8737
gevonden werd
H7971 H8799
, en hij zond
H4428
den koning
H804
van Assyrie
H7810
een geschenk.
9
H8085 H8799
Zo hoorde
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H413
naar
H4428
hem; want de koning
H804
van Assyrie
H5927 H8799
toog op
H413
tegen
H1834
Damaskus
H8610 H8799
, en nam haar in
H1540 H8686
, en voerde hen gevankelijk
H7024
naar Kir
H4191 H8689
, en hij doodde
H7526
Rezin.
10
H3212 H8799
Toen toog
H4428
de koning
H271
Achaz
H8407
Tiglath-pilezer
H4428
, den koning
H804
van Assyrie
H7125 H8800
, tegemoet
H1834
, naar Damaskus
H7200 H8799
; en gezien hebbende
H4196
een altaar
H834
, dat
H1834
te Damaskus
H7971 H8799
was, zo zond
H4428
de koning
H271
Achaz
H413
aan
H3548
den priester
H223
Uria
H1823
de gelijkenis
H4196
van het altaar
H8403
, en zijn afbeelding
H3605
, naar zijn ganse
H4639
maaksel.
11
H223
En Uria
H3548
, de priester
H1129 H8799
, bouwde
H4196
een altaar
H3605
, naar alles
H834
, wat
H4428
de koning
H271
Achaz
H4480
van
H1834
Damaskus
H7971 H8804
ontboden had
H3651
; alzo
H6213 H8804
deed
H3548
de priester
H223
Uria
H5704
, tegen dat
H4428
de koning
H271
Achaz
H4480
van
H1834
Damaskus
H935 H8800
kwam.