2 Kings 16:7-11

DSV_Strongs(i)
  7 H271 Achaz H7971 H8799 nu zond H4397 boden H413 tot H8407 Tiglath-pilezer H4428 , den koning H804 van Assyrie H559 H8800 , zeggende H589 : Ik H5650 ben uw knecht H1121 en uw zoon H5927 H8798 ; kom op H3467 H8685 , en verlos H4480 mij uit H3709 de hand H4428 van den koning H758 van Syrie H4480 , en uit H3709 de hand H4428 van den koning H3478 van Israel H5921 , die zich tegen H6965 H8801 mij opmaken.
  8 H271 En Achaz H3947 H8799 nam H3701 het zilver H2091 en het goud H1004 , dat in het huis H3068 des HEEREN H214 , en in de schatten H1004 van het huis H4428 des konings H4672 H8737 gevonden werd H7971 H8799 , en hij zond H4428 den koning H804 van Assyrie H7810 een geschenk.
  9 H8085 H8799 Zo hoorde H4428 de koning H804 van Assyrie H413 naar H4428 hem; want de koning H804 van Assyrie H5927 H8799 toog op H413 tegen H1834 Damaskus H8610 H8799 , en nam haar in H1540 H8686 , en voerde hen gevankelijk H7024 naar Kir H4191 H8689 , en hij doodde H7526 Rezin.
  10 H3212 H8799 Toen toog H4428 de koning H271 Achaz H8407 Tiglath-pilezer H4428 , den koning H804 van Assyrie H7125 H8800 , tegemoet H1834 , naar Damaskus H7200 H8799 ; en gezien hebbende H4196 een altaar H834 , dat H1834 te Damaskus H7971 H8799 was, zo zond H4428 de koning H271 Achaz H413 aan H3548 den priester H223 Uria H1823 de gelijkenis H4196 van het altaar H8403 , en zijn afbeelding H3605 , naar zijn ganse H4639 maaksel.
  11 H223 En Uria H3548 , de priester H1129 H8799 , bouwde H4196 een altaar H3605 , naar alles H834 , wat H4428 de koning H271 Achaz H4480 van H1834 Damaskus H7971 H8804 ontboden had H3651 ; alzo H6213 H8804 deed H3548 de priester H223 Uria H5704 , tegen dat H4428 de koning H271 Achaz H4480 van H1834 Damaskus H935 H8800 kwam.