1 Samuel 26:9-11

DSV_Strongs(i)
  9 H1732 David H559 H8799 daarentegen zeide H413 tot H52 Abisai H7843 H8686 : Verderf H408 hem niet H3588 ; want H4310 wie H3027 heeft zijn hand H4899 aan den gezalfde H3068 des HEEREN H7971 H8804 gelegd H5352 H8738 , en is onschuldig gebleven?
  10 H559 H8799 Verder zeide H1732 David H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H3588 H518 , maar H3068 de HEERE H5062 H8799 zal hem slaan H176 , of H3117 zijn dag H935 H8799 zal komen H4191 H8804 , dat hij zal sterven H176 , of H4421 hij zal in een strijd H3381 H8799 trekken H5595 H8738 , dat hij omkome.
  11 H4480   H3068 De HEERE H2486 late het verre van H3027 mij zijn, dat ik mijn hand H7971 H8800 legge H4899 aan den gezalfde H3068 des HEEREN H3947 H8798 ! zo neem H4994 toch H6258 nu H2595 de spies H834 , die H4763 aan zijn hoofdeinde H6835 H4325 is, en de waterfles H3212 H8799 , en laat ons gaan.