1 Kings 20:31-34 Toen zeiden de knechten tot hem: Zie toch , wij hebben gehoord , dat de koningen van het huis Israels goedertierene koningen zijn ; laat ons toch zakken om onze lenden leggen , en koorden om onze hoofden , en uitgaan tot den koning van Israel ; mogelijk zal hij uw ziel in het leven behouden.

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

31 H559 H8799 Toen zeiden H5650 de knechten H413 tot H2009 hem: Zie H4994 toch H8085 H8804 , wij hebben gehoord H3588 , dat H4428 de koningen H1004 van het huis H3478 H3588 Israels H2617 goedertierene H4428 koningen H1992 zijn H4994 ; laat ons toch H8242 zakken H4975 om onze lenden H7760 H8799 leggen H2256 , en koorden H7218 om onze hoofden H3318 H8799 , en uitgaan H413 tot H4428 den koning H3478 van Israel H194 ; mogelijk H5315 zal hij uw ziel H2421 H8762 in het leven behouden.

32 H2296 H8799 Toen gordden zij H8242 zakken H4975 om hun lenden H2256 , en koorden H7218 om hun hoofden H935 H8799 , en kwamen H413 tot H4428 den koning H3478 van Israel H559 H8799 , en zeiden H5650 : Uw knecht H1130 Benhadad H559 H8804 zegt H4994 : Laat toch H5315 mijn ziel H2421 H8799 leven H559 H8799 . En hij zeide H2416 : Leeft hij H1931 dan nog? Hij H251 is mijn broeder.

33 H582 De mannen H5172 H8762 nu namen naarstiglijk waar H2480 H8686 , en vatten H4116 H8762 het haastelijk H4480 , of het van H559 H8799 hem ware, en zeiden H251 : Uw broeder H1130 Benhadad H559 H8799 [leeft]. En hij zeide H935 H8798 : Komt H3947 H8798 , brengt H3318 H8799 hem. Toen kwam H1130 Benhadad H413 tot H5921 hem uit, en hij deed hem op H4818 den wagen H5927 H8686 klimmen.

34 H559 H8799 En hij zeide H413 tot H5892 hem: De steden H834 , die H1 mijn vader H4480 van H1 uw vader H3947 H8804 genomen heeft H7725 H8686 , zal ik wedergeven H7760 H8799 , en maak H2351 u straten H1834 in Damaskus H834 , gelijk H1 mijn vader H8111 in Samaria H7760 H8804 gemaakt heeft H589 . En ik H1285 , [antwoordde] [Achab], zal u met dit verbond H7971 H8762 dan laten gaan H3772 H8799 . Zo maakte hij H1285 een verbond H7971 H8762 met hem, en liet hem gaan.