1 Corinthians 7:10-13 Doch den getrouwden gebiede niet ik , maar de Heere , dat de vrouw van den man niet scheide.

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

10 G1161 Doch G1060 G5761 den getrouwden G3853 G5719 gebiede G3756 niet G1473 ik G235 , maar G2962 de Heere G1135 , dat de vrouw G575 van G435 den man G3361 niet G5563 G5683 scheide.

11 G1161 En G1437 indien G2532 zij ook G5563 G5681 scheidt G22 , dat zij ongetrouwd G3306 G5720 blijve G2228 , of G435 met den man G2644 G5649 verzoene G2532 ; en G435 dat de man G1135 de vrouw G3361 niet G863 G5721 verlate.

12 G1161 Maar G3062 den anderen G3004 G5719 zeg G1473 ik G3756 , niet G2962 de Heere G1536 : Indien G80 enig broeder G571 een ongelovige G1135 vrouw G2192 G5719 heeft G2532 , en G846 dezelve G4909 G5719 tevreden is G3326 bij G846 hem G3611 G5721 te wonen G846 , dat hij ze G3361 niet G863 G5720 verlate;

13 G2532 En G1135 een vrouw G3748 , die G571 een ongelovigen G435 man G2192 G5719 heeft G2532 , en G846 hij G4909 G5719 tevreden is G3326 bij G846 haar G3611 G5721 te wonen G846 , dat zij hem G3361 niet G863 G5720 verlate.