4H4427Zij hebben koningenH7786gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben vorstenH3045gesteld, maar Ik heb het niet gekendH3701; van hun zilverH2091en hun goudH6091hebben zij voor zichzelven afgodenH6213gemaaktH3772, opdat zij uitgeroeid worden.
5H5695Uw kalfH8111, o SamariaH2186! heeft [u] verstotenH639; Mijn toornH2734is tegen hen ontstokenH3808; hoe langH5356zullen zij de reinigheidH3201niet verdragen?