DSV_Strongs(i)
1
H7782
De bazuin
H2441
aan uw mond
H5404
; [hij] [komt] als een arend
H1004
tegen het huis
H3068
des HEEREN
H1285
; omdat zij Mijn verbond
H5674
hebben overtreden
H8451
, en zijn tegen Mijn wet
H6586
afvallig geworden.
4
H4427
Zij hebben koningen
H7786
gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben vorsten
H3045
gesteld, maar Ik heb het niet gekend
H3701
; van hun zilver
H2091
en hun goud
H6091
hebben zij voor zichzelven afgoden
H6213
gemaakt
H3772
, opdat zij uitgeroeid worden.
5
H5695
Uw kalf
H8111
, o Samaria
H2186
! heeft [u] verstoten
H639
; Mijn toorn
H2734
is tegen hen ontstoken
H3808
; hoe lang
H5356
zullen zij de reinigheid
H3201
niet verdragen?
6
H3478
Want dat is ook uit Israel
H2796
; een werkmeester
H6213
heeft het gemaakt
H430
, en het is geen God
H7616
, maar het zal [tot] stukken
H5695
worden, het kalf
H8111
van Samaria.
7
H7307
Want zij hebben wind
H2232
gezaaid
H5492
, en zullen een wervelwind
H7114
maaien
H7054
; het zal geen staande koren
H6780
hebben, het uitspruitsel
H7058
zal geen meel
H6213
maken
H194
; of
H6213
het misschien maakte
H2114
, vreemden
H1104
zullen het verslinden.
8
H3478
Israel
H1104
is verslonden
H1471
; nu zijn zij onder de heidenen
H3627
geworden, gelijk een vat
H2656
, waar men geen lust toe heeft.
9
H5927
Want zij zijn opgetogen
H804
[naar] Assur
H6501
, een woudezel
H909
, die alleen
H669
voor zichzelven is; die van Efraim
H158
hebben boelen
H8566
om hoerenloon gehuurd.
10
H1471
Dewijl zij [dan] onder de heidenen
H8566
[boelen] om hoerenloon gehuurd
H6908
hebben, zo zal Ik die nu ook verzamelen
H4592
; ja, zij hebben al een weinig
H2490
begonnen
H4853
, vanwege den last
H4428
van den koning
H8269
der vorsten.
11
H669
Omdat Efraim
H4196
de altaren
H7235
vermenigvuldigd
H2398
heeft tot zondigen
H4196
, zo zijn hem de altaren
H2398
geworden tot zondigen.
12
H3789
Ik schrijf
H7230 H7239
hem de voortreffelijkheden
H8451
Mijner wet
H2803
voor; [maar] die zijn geacht
H2114
als wat vreemds.
13
H2077
Aangaande de offeranden
H1890
Mijner gaven
H2076
, zij offeren
H1320
vlees
H398
, en eten
H3068
het, [maar] de HEERE
H7521
heeft aan hen geen welgevallen
H5771
. Nu zal Hij hunner ongerechtigheid
H2142
gedenken
H2403
, en hun zonden
H6485
bezoeken
H4714
; zij zullen weder [in] Egypte
H7725
keren.