Genesis 3:6-12

DSV_Strongs(i)
  6 H802 En de vrouw H7200 H8799 zag H3588 , dat H6086 die boom H2896 goed H3978 [was] tot spijze H3588 , en dat H1931 hij H8378 een lust H5869 [was] voor de ogen H6086 , ja, een boom H2530 H8737 , die begeerlijk was H7919 H8687 om verstandig te maken H3947 H8799 ; en zij nam H4480 van H6529 zijn vrucht H398 H8799 en at H5414 H8799 ; en zij gaf H1571 ook H376 haar man H5973 met H398 H8799 haar, en hij at.
  7 H8147 Toen werden hun beider H5869 ogen H6491 H8735 geopend H1992 , en zij H3045 H8799 werden gewaar H3588 , dat H1992 zij H5903 naakt H8609 H0 [waren]; en zij hechtten H8384 H5929 vijgeboombladeren H8609 H8799 samen H6213 H8799 , en maakten H2290 zich schorten.
  8 H8085 H8799 En zij hoorden H6963 de stem H3068 van den HEERE H430 God H1980 H8693 , wandelende H1588 in den hof H7307 , aan den wind H3117 des daags H2244 H8691 . Toen verborg zich H120 Adam H802 en zijn vrouw H4480 voor H6440 het aangezicht H3068 van den HEERE H430 God H8432 , in het midden H6086 van het geboomte H1588 des hofs.
  9 H3068 En de HEERE H430 God H7121 H8799 H413 riep H120 Adam H559 H8799 , en zeide H335 tot hem: Waar [zijt] gij?
  10 H559 H8799 En hij zeide H8085 H8804 : Ik hoorde H6963 Uw stem H1588 in den hof H3372 H8799 , en ik vreesde H3588 ; want H595 ik H5903 [ben] naakt H2244 H8735 ; daarom verborg ik mij.
  11 H559 H8799 En Hij zeide H4310 : Wie H5046 H8689 heeft u te kennen gegeven H3588 , dat H859 gij H5903 naakt H398 H0 [zijt]? Hebt gij H4480 van H6086 dien boom H398 H8804 gegeten H834 , van welken H6680 H8765 Ik u gebood H4480 , dat gij daarvan H1115 niet H398 H8800 eten zoudt?
  12 H559 H8799 Toen zeide H120 Adam H802 : De vrouw H834 , die H5978 Gij bij mij H5414 H8804 gegeven hebt H1931 , die H4480 heeft mij van H6086 dien boom H5414 H8804 gegeven H398 H8799 , en ik heb gegeten.