Genesis 3:4-6

DSV_Strongs(i)
  4 H559 H8799 Toen zeide H5175 de slang H413 tot H802 de vrouw H4191 H8800 : Gijlieden zult den dood H3808 niet H4191 H8799 sterven;
  5 H3588 Maar H430 God H3045 H8802 weet H3588 , dat H3117 , ten dage H4480 als gij daarvan H398 H8800 eet H5869 , zo zullen uw ogen H6491 H8738 geopend worden H430 , en gij zult als God H1961 H8804 wezen H3045 H8802 , kennende H2896 het goed H7451 en het kwaad.
  6 H802 En de vrouw H7200 H8799 zag H3588 , dat H6086 die boom H2896 goed H3978 [was] tot spijze H3588 , en dat H1931 hij H8378 een lust H5869 [was] voor de ogen H6086 , ja, een boom H2530 H8737 , die begeerlijk was H7919 H8687 om verstandig te maken H3947 H8799 ; en zij nam H4480 van H6529 zijn vrucht H398 H8799 en at H5414 H8799 ; en zij gaf H1571 ook H376 haar man H5973 met H398 H8799 haar, en hij at.