Ezekiel 31:8-10

DSV_Strongs(i)
  8 H730 De cederen H430 in Gods H1588 hof H6004 H8804 verduisterden H1265 hem niet, de dennebomen H5589 waren zijn takken H1819 H8804 niet gelijk H6196 , en de kastanjebomen H6288 waren niet gelijk zijn scheuten H6086 ; geen boom H430 in Gods H1588 hof H1819 H8804 was hem gelijk H3308 in zijn schoonheid.
  9 H3303 Ik had hem [zo] schoon H6213 H8804 gemaakt H7230 door de veelheid H1808 zijner takken H6086 , dat alle bomen H5731 van Eden H430 , die in Gods H1588 hof H7065 H8762 waren, hem benijdden.
  10 H559 H8804 Daarom, zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1361 H8804 : Omdat gij u verheven hebt H6967 over [uw] stam H5414 H0 , ja, hij stak H6788 zijn top H5414 H8799 op H5688 boven het midden der dichte takken H3824 , en zijn hart H7311 H8804 verhief zich H1363 over zijn hoogte;