Daniel 6:7-9

DSV_Strongs(i)
  7 H3606 [06:8] Al H5632 de vorsten H4437 des rijks H5460 , de overheden H324 en stadhouders H1907 , de raadsheren H6347 en landvoogden H3272 H8724 hebben zich beraadslaagd H4430 een koninklijke H7010 ordonnantie H6966 H8742 te stellen H8631 H8742 , en een sterk H633 gebod H5705 te maken, dat al wie in H8533 dertig H3118 dagen H1159 een verzoek H1156 H8748 zal doen H4481 van H3606 enigen H426 god H606 of mens H3861 , behalve H4481 van u H4430 , o koning H1358 ! die zal in den kuil H744 der leeuwen H7412 H8729 geworpen worden.
  8 H3705 [06:9] Nu H4430 , o koning H633 ! gij zult een gebod H6966 H8681 bevestigen H3792 , en een schrift H7560 H8748 tekenen H3809 , dat niet H8133 H8682 veranderd worde H1882 , naar de wet H4076 der Meden H6540 en der Perzen H3809 , die niet H5709 H8748 mag wederroepen worden.
  9 H3606 H1836 H6903 [06:10] Daarom H7560 H8754 tekende H4430 de koning H1868 Darius H3792 dat schrift H633 en gebod.