DSV_Strongs(i)
3
H116
Toen
H858 H8684
bracht men
H1722
voor de gouden
H3984
vaten
H4481
, die men uit
H1965
den tempel
H1005
van het huis
H426
Gods
H3390
, die te Jeruzalem
H5312 H8684
geweest was, weggevoerd had
H4430
; en de koning
H7261
en zijn geweldigen
H7695
, zijn vrouwen
H3904
, en zijn bijwijven
H8355 H8754
dronken daaruit.
4
H8355 H8754
Zij dronken
H2562
den wijn
H7624 H8745
, en prezen
H1722
de gouden
H3702
, en de zilveren
H5174
, de koperen
H6523
, de ijzeren
H636
, de houten
H69
en de stenen
H426
goden.
5
H8160
Ter zelfder ure
H5312 H0
kwamen er
H677
vingeren
H606
van eens mensen
H3028
hand
H5312 H8754
voort
H3790 H8751
, die schreven
H6903
tegenover
H5043
den kandelaar
H5922
, op
H1528
de kalk
H3797
van den wand
H4430
van het koninklijk
H1965
paleis
H4430
, en de koning
H2370 H8751
zag
H6447
het deel
H3028
der hand
H3790 H8751
, die daar schreef.