Leviticus 5:2-3

DSV_Strongs(i)
  2 H5315 Of wanneer een mens H2931 enig onrein H1697 ding H5060 H8799 zal aangeroerd hebben H5038 , hetzij het dode aas H2931 van een wild onrein H2416 gedierte H5038 , of het dode aas H2931 van onrein H929 vee H5038 , of het dode aas H2931 van onrein H8318 kruipend gedierte H5956 H8738 ; al is het voor hem verborgen geweest H2931 , nochtans is hij onrein H816 H8804 en schuldig.
  3 H5060 H8799 Of als hij zal aangeroerd hebben H2932 de onreinigheid H120 van een mens H2932 , naar al zijn onreinigheid H2930 H8799 , waarmede hij onrein wordt H5956 H8738 ; en het is voor hem verborgen geweest H3045 H8804 , en hij is het gewaar geworden H816 H8804 , zo is hij schuldig.